Omringd door het weidse Friese landschap ligt een stevig en karakteristiek woonhuis. De woning is ontworpen in nauw overleg met de opdrachtgever. Het is een complex waarin herinneringen en restanten uit het verleden opgesloten lijken te liggen. Het roept associaties op met een klooster.
De woning bestaat uit een samengesteld stenen hoofdvolume. Hieraan zijn andere elementen toegevoegd, te weten een kas aan de zuidgevel, een erkerachtige uitbouw aan de noordgevel, een half overdekte buitenruimte aan de westgevel en een stenen uitkraging aan de oostgevel. Tijdens het ontwerpproces is zowel van binnen naar buiten als andersom gewerkt. Hierdoor is er een grote samenhang ontstaan tussen gevel, plattegrond en ruimtebeleving. Door de intuïtieve vormgeving ontstaat een beeld van een gebouw wat al langere tijd bestaat en verschillende aanpassingen heeft ondergaan.
De ligging op de grens tussen water en land versterkt de woonbeleving. Het karakter van het interieur wordt gevormd door de verschillende ruimtes met hun eigen karakteristiek qua licht, verhouding materiaal en zicht. De opdrachtgevers zijn kunstliefhebbers en daar is ruimtelijk op geanticipeerd. Er is een openvolging van ruimtes ontworpen die met elkaar in een open verbinding staan; een route langs de verschillende kunstobjecten.